Vorig jaar bouwde Interpol zijn eigen virtual reality-ruimte, waar agenten trainingen en omgekeerde bijeenkomsten kunnen doen. De acties van de mondiale politie houden daar echter niet op. Jurgen Stock merkte op dat Interpol het concept van de metaverse en de daarmee samenhangende kwesties breed bespreekt. Voor hem moet het bureau zichzelf altijd vernieuwen om niet achterop te raken.
PUBLICITEIT
Volgens de secretaris zijn “criminelen geavanceerd en professioneel in het snel aanpassen aan elk nieuw technologisch instrument dat beschikbaar is om misdaden te plegen”.
Volgens Stock lopen traditionele instellingen en zelfs wetgevers mogelijk achter op de technologische vooruitgang. Op deze manier is hij van mening dat de aanwezigheid van autoriteiten gebruikers een groter gevoel van vertrouwen kan geven.
Interpol wil de definities van misdaad in de metaverse gedetailleerder maken
Voor Madan Oberoi, uitvoerend directeur technologie en innovatie bij Interpol, is het moeilijk om te definiëren wat een misdaad in de metaverse is. Volgens hem is het nog onbekend wat in de virtuele ruimte niet als misdaad wordt beschouwd.
PUBLICITEIT
“We weten niet of we ze een misdaad kunnen noemen of niet, maar deze bedreigingen bestaan zeker, dus deze problemen moeten nog worden opgelost”, zegt hij.
Zoals Stock zegt, is Oberoi ook van mening dat officiële instanties en agenten de metaverse moeten begrijpen en zich erin moeten integreren om mensen een groter gevoel van veiligheid te bieden.
“Mijn veelgebruikte voorbeeld is dat als je een drenkeling moet redden, je moet kunnen zwemmen. Evenzo, als wetshandhavers geïnteresseerd zijn in het helpen van mensen die gewond zijn geraakt bij de metaverse, moeten ze op de hoogte zijn van de metaverse. En dat is een van onze doelen, ervoor zorgen dat wetshandhavingspersoneel de metaverse gaat gebruiken en zich ervan bewust is”, voegde hij eraan toe.